Stoofpiepers met stadsgeur
Mijn oma woonde driehoog in een portiekwoning aan de Bergsingel. De keuken paste net een fornuis en een mens. Ze kookte op een petroleumstel en gebruikte geen recepten — alleen haar neus en geheugen.
Als de piepers op stonden, ging het raam open. Niet om te luchten, maar om de geur te delen met de straat. Iedereen wist: bij haar werd er goed gegeten.
Deze stoofpiepers zijn een ode aan haar. En aan alle Rotterdamse vrouwen die vroeger kookten met wat er wás — en daar iets heerlijks van maakten.
Het recept
Ingrediënten (voor 2 personen):
- 6 middelgrote kruimige aardappels
- 1 ui, gesnipperd
- 1 el roomboter
- 1 tl suiker
- 1 el natuurazijn
- 1 tl sumak (optioneel – moderne twist)
- Peper & zout naar smaak
- Verse peterselie, fijngehakt (voor eroverheen)
Bereiding:
- Schil de aardappels en snijd ze in grove stukken.
- Smelt de boter in een pan met dikke bodem. Fruit de ui zachtjes glazig.
- Voeg de aardappels toe, suiker en azijn erbij. Deksel op de pan, vuur laag.
- Laat de piepers 40 minuten stoven, af en toe omscheppen.
Op het eind de sumak erdoor (of niet, als je het helemaal ouderwets wilt). Peper, zout en wat peterselie erover. Klaar. Het hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn toch?
