Sorting by

×

BN-ers uit Rotterdam: Jos Brink

Jos Brink werd op 19 juni 1942 in Heiloo geboren als Josephus Gerardus Brink. Zijn ouders, samen met zijn oudere broer, woonden oorspronkelijk in Rotterdam, maar vanwege de dreiging van bombardementen werden ze naar een tante in Heiloo gestuurd. Zijn vader, Jo Brink, werkte bij ’s Rijks Belastingen en door zijn functie verhuisde het gezin regelmatig. Toen Jos twee weken oud was, keerden ze terug naar het Rotterdamse Tuindorp Vreewijk. Tijdens hun reis werden ze echter gecontroleerd door de bezetters, die dachten dat het mandje waarin baby Jos lag vol zat met illegaal vlees. Gelukkig werd het misverstand snel opgelost.

De Tweede Wereldoorlog had een blijvende invloed op Jos. Veel van de broers en zwagers van zijn moeder kwamen om tijdens de oorlog, wat leidde tot een diepgewortelde afkeer van de Duitsers die zijn opvoeding beïnvloedde. Zo gingen ze bijvoorbeeld nooit naar Duitsland op vakantie en herinnerde Jos zich een incident op het strand, waar hij samen met zijn broer het kunstbeen van een zwemmende Duitser begroef. Toen dit been later werd teruggevonden, waren zowel de Duitsers als de ouders van Jos erg boos. Hoewel zijn ouders altijd benadrukten dat hij beleefd moest zijn, zou het voor hen misschien toch wel een grappige actie zijn geweest. Deze ‘anti-Duitse’ opvoeding zou later zijn interesse in de Tweede Wereldoorlog aansteken, en bijna al zijn theaterwerk bevatte elementen van deze periode.

Na Jos’ geboorte werd het gezin uitgebreid met drie andere zoons. Jos sprak altijd met veel plezier over zijn jeugd in Tuindorp Vreewijk. Hij was geen typische buitenkind die voetbalde, maar meer een dromer, een ‘binnenzitter’. Dit leidde ook tot zijn eerste theatrale uitingen, zoals het creëren van de tovenaar Pipolanto en het geven van poppenkastvoorstellingen, die altijd verplicht door het gezin werden bijgewoond. Jos ontwikkelde ook een grote liefde voor lezen en vond de zondagsschool interessant vanwege de bijbelverhalen. Ondanks dat zijn gezin remonstrants was, ging Jos regelmatig met zijn vriendjes naar de rooms-katholieke mis. Deze ervaringen met verschillende religies zouden hem later van pas komen in zijn werk als pastor.

Toen Jos elf was, nam zijn ouders hem mee naar de voorstelling Tramlijn Begeerte van Tennessee Williams. Het maakte een grote indruk op hem, maar zijn liefde voor theater werd vooral gevoed door de televisievoorstellingen die in die tijd werden uitgezonden. Op die leeftijd wilde hij aanvankelijk kunstschilder worden, wat zijn vader niet als een levensvatbare carrière zag, maar hij steunde hem wel door hem de mogelijkheid te geven schilderen als hobby.

Gedurende zijn middelbare schooltijd woonde het gezin in Zuidoostbeemster, terwijl Jos naar school ging in Purmerend. Hij was een middelmatige leerling, maar blonk uit in talen en had een talent voor grappen maken. Tijdens de les heeft hij zich zelfs een keer in een kast verstopt en dieren geluiden nagedaan. Toch had hij ook een sterk gevoel voor discipline meegekregen van huis uit, en hij leerde altijd door te zetten en af te maken wat hij begon. Dit resulteerde in een onwankelbare ambitie om de top te bereiken. Het credo van zijn familie was duidelijk: “In alles wat je doet, moet je proberen de beste te zijn.”

Foto: Beeld en Geluid

Schuiven naar boven