Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


wolf

Wolf

In 1933 was Rotterdam in de ban van een wolf die uit de diergaarde was ontsnapt. De wolf werd uiteindelijk gevonden in de Noordmolenstraat.

Dit was te lezen in De Courant:

DE WOLF GEVANGEN! ROTTERDAM VERLOST VAN DE ANGST-PSYCHOSE.

Het dier overmeesterd na een wilde jacht door vele straten en tuinen en thans weer opgeborgen in de Diergaarde. ■ (Van onzen correspondent.) ROTTERDAM, 26 Maart. —

Rotterdam is verlost van zijn angst-psychose, waarin de stad sinds Dinsdag leefde. De wolf is gistermorgen ontdekt en na een wilde jacht, welke in een Wildwest-film geen slecht figuur zou slaan, gevangen.

Het beest is thans weer veilig opgesloten in zijn hok in de Diergaarde. De sensatie is ten einde. De wolf heeft zijn hernieuwde gevangenschap, het einde van zijn kortstondigen zwerftocht in de vrijheid, te wijten aan zijn bezoek aan de markt, welke gisterochtend in de vroegte nabij de Noordmolenstraat gehouden werd. Daar zagen kooplieden een dier Ioopen, dat veel op een hond geleek en dus, gelijk in de afgeloopen dagen gebleken is, ook de wolf kon zijn. De meeningen helden eerst sterk over ten gunste van het epitheton hond, doch de schuwheid van het dier deed twijfel rijzen. Er waren lieden, die ten stelligste toch meenden eindelijk den wolf gevonden te hebben. Terwijl het dier schuw langs de hulzen sioop, besloot men dan maar een politieagent te vragen om als arbiter op te treden en uit te maken of men nu werkelijk van aangezicht tot aangezicht stond tegenover bet te Rotterdam zoo gevreesde dier. De agent besliste dat bet inderdaad de wolf kon zijn: het dier was grijs, had een dikken staart en was schuw. Dat was ook het signalement betreffende den vluchteling.

Dus begon men de jacht. Het beest werd angstig en rende er van door, opgejaagd door lieden, die geen vrees kenden. Angstig zocht nog de „hond-wolf” een uitweg. Hij vond eindelijk een onderdoorgang naar een stalhouderij, vluchtte daarin en kwam zoo in de tuinen achter de huizen van de Noordmolenstraat. Intusschen had de agent het politiebureau aan den Bergsingel gewaarschuwd en een waar „Ueberfall-kommando”, tien politiemannen, onder leiding van den inspecteur A 1b a r d a, trokken er op uit, allen tot de tanden gewapend, met revolvers in de hand, voorts voorzien van zakken, touw en meer dergelijke ongewone attributen voor de wolvenjacht.

Een der mannen greep in zijn agitatie een bark — boe hij daarmee den wolf had willen vangen zal hem zelf wel niet duidelijk geweest zijn — doch de hark was nu eenmaal mee ter plaatse. Dit geheele anti-wolf-leger versterkt met dappere marktkooplieden trokken op onderzoek uit in de tuinen en luide stemmen klonken op in de vroege oclitendstilte. De bewoners der huizen werden er door gewekt. Spoedig verschenen achter tientallen ramen en op baloonnetjes gestalten in pyjama’s en ander nachtkleedij en honderden oogen keken eerst slaperig en daarna verschrikt naar wat gebeuren ging.

„De wolf”, schreeuwde iemand en de zoete ochtendrust was eensklaps verstoord. Angstige vrouwen presten haar mannen van het balcon of uit de tuinen te komen en deuren en ramen zorgvuldig te sluiten en zoo mogelijk te grendelen. Men kou nu eenmaal niet weten wat de wolf, opgejaagd en schuw zou uithalen. Van achter de ramen keek men verder naar de 1 wilde jacht, welke zich ging ontwikkelen.

Lawaai De wolf c.q. de hond rende woest heen en ; weer, telkens opgejaagd door luid stemmen- ; geschreeuw en ander lawaai, voortgebracht I met planken, emmers en andere voorwerpen. ( Het dier sprong over schuttingen, rende door 1 tuinen, zag telkens nieuwe belagers, die. iets e moediger waren dan het dier zelf, doch niet ( moedig genoeg om het zeer dicht te naderen. Eindelijk vond het beest wat rust onder een j veranda. Daar ging het zitten. Langzaam naderden eenige achtervolgers, doch nog altijd ! bleven zij op een behoorlijken afstand, al probeerde ook een dappere het dier met een net te vangen. Ten leste werd het arme beest opnieuw opgejaagd en weer begon een woeste en spannende jacht door de tuinen.

Dr. Kuiper, de directeur van den Diergaarde, was inmiddels gewaarschuwd. Al stond hij wat sceptisch tegenover de mededeeling, na al de looze geruchten van de vorige dagen, hij besloot toch maar weer voor de zooveelste maal er op uit te trekken, in de verwachting wel weer een hond te zullen zien. Maar toen hij bij het jachtveld kwam, bleek hem tót zijn groote vreugde, dat nu de wolf inderdaad gevonden was. Zijn verklaring verwekte een klein paniekje — vrouwen werden nog angstiger, mannen met hazenharten voerden strategische terugtochten uit en een agent, die veilig met een revolver op een platje stond kreeg moordplannen en wilde het dier doodschieten.

„Ik heb liever een dooden wolf, dan een gebeten agent” was zijn argument. Opnieuw begon de jacht, nu ih afwachting van de komst van een viertal oppassers uit den Diergaarde met vangmateriaal, doch ook zij konden er eerst niet in slagen het schuwe opgejaagde dier. dat steeds angstiger heen en weer rende en in zijn vrees elk obstakel nemen kon, te vangen. Maar eindelijk zag een der oppassers, een jonge, handige kerel kans met een fraaien worp den wolf een jas over den kop te werpen. De andere oppassers schoten toe en het verlossende feit was geschied: de wolf was gevangen, na een achtervolging welke bijkans drie uren geduurd had. Zuchten van verlichting.

Uit tientallen monden kwam een zucht van verlichting op 'dit bijzondere oogenblik. Al het vangmateriaal kon weer worden opgebofgen. Er waren zeer zonderlinge voorwerpen bij. Sommige schrandere lieden waren met kistjes op de proppen gekomen. Zij wilden het dier daarin laten Ioopen, doch de wolf was nog schranderder geweest en liep niet in dat plannetje. Anderen zagen alleen maar heil in een dreg. De pooten van den wolf werden toen met touwenvastgebonden en zoo liet men het dier liggen tot het transportwagentje kwam. Hiermede werd het naar den Diergaarde teruggebracht, waar de wolf Dinsdag was ontsnapt en toen den Rotterdammers een week van sensatie, spanning en emotie had bezorgd.

Dr. Kuiper was uiteraard verheugd, dat de wolf eindelijk gevangen was en nu weer rustig ' opgesloten in zijn kooi is. Het dier was niet gewond en heeft dus geen schadelijke gevolgen , van zijn escapade ondervonden. Het heeft ook , nergens onheil gesticht. De wolf was bij zijn terugkeer niet hongerig. Doch, zoo zeide de directeur ons, dat is niets , bijzonders, want wolven kunnen zeer lang , vasten…. '

wolf.txt · Laatst gewijzigd: 2021/06/28 22:34 door admin2312

Donate Powered by PHP Valid HTML5 Valid CSS Driven by DokuWiki